Publicatie: 04/11/24 | Foto: Freestock

Ben jij een zzp’er of werk je met zzp’ers? Dan is de kans groot dat je het volgende woord steeds vaker hoort vallen: schijnzelfstandigheid. Afgelopen zomer werd namelijk bekendgemaakt dat de Belastingdienst per 1 januari 2025 op schijnzelfstandigheid gaat handhaven. Voor zzp’ers en opdrachtgevers kan dit gevolgen hebben voor hoe hun beroepspraktijk en werkvloer op dit moment is ingericht. Maar wat is schijnzelfstandigheid precies? En hoe kun je het voorkomen? Arbeidsrechtjurist Bastiaan van Rossum geeft antwoord. 

Wat is schijnzelfstandigheid?

Schijnzelfstandigheid is een vraagstuk waar arbeidsrechtjurist Bastiaan van Rossum, en tevens oprichter van MeesterRecht.nl, zich al jaren mee bezighoudt. “Schijnzelfstandigheid is wanneer iemand op papier zzp’er is, maar in de praktijk een werknemer. Dat brengt niet alleen fiscale risico’s met zich mee, maar ook arbeidsrechtelijke risico’s. Een zzp’er is dan namelijk werknemer en valt onder de beschermende bepalingen van het arbeidsrecht”, legt Bastiaan uit. Hij vult aan: “Als jurist ben ik absoluut niet tegen de inzet van zzp’ers, maar vind ik wel dat er behoefte is aan meer duidelijkheid. Zowel voor opdrachtgevers als zzp’ers, zodat ze beiden weten waar ze aan toe zijn”. 

Waarom wordt er op schijnzelfstandigheid gehandhaafd? 

“Handhaving op schijnzelfstandigheid is om meerdere redenen belangrijk. Allereerst ter bescherming van de zzp’er zelf. Door een zzp’er te behandelen als zelfstandige (en niet als werknemer) bewaak je niet alleen de ondernemersvrijheden van een zzp’er, maar voorkom je ook schijnzelfstandigheid”, vertelt Bastiaan. Een andere belangrijke reden is het voorkomen van oneerlijke concurrentie en sociale dumping (het verlagen van de arbeidskosten door middel van illegale en uitbuitende praktijken). “Schijnzelfstandigheid kan leiden tot een ongelijk speelveld, waarbij bedrijven die zich aan de regels houden, benadeeld worden ten opzichte van bedrijven die misbruik maken van schijnconstructies. Dit kan resulteren in oneerlijke concurrentie en een race naar de bodem wat betreft arbeidsvoorwaarden”. Tot slot is handhaving op schijnzelfstandigheid ook van belang om misbruik van het systeem te voorkomen: “Zowel opdrachtgevers als zzp’ers kunnen profiteren van schijnzelfstandigheid, bijvoorbeeld doordat opdrachtgevers geen sociale zekerheidspremies hoeven te betalen en zzp’er gebruik kunnen maken van fiscale voordelen voor zelfstandigen”.

Wat houdt handhaving in?

Per 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst handhaven op schijnzelfstandigheid. Naar verwachting zullen de eerste controles plaatsvinden bij organisaties en bedrijven die veel met zzp’ers werken. Bij die controles let de Belastingdienst vooral op de mate van gezagsverhouding om te kunnen bepalen of er daadwerkelijk sprake is van ondernemerschap óf van werknemerschap. Oftewel: in hoeverre werkt de zzp’er zelfstandig? Wanneer de opdrachtgever bijvoorbeeld bepaalt hoe, wanneer en waar de zzp’er diens werkzaamheden moet uitvoeren, is het risico op een gezagsverhouding hoog en is er dus waarschijnlijk géén sprake van ondernemerschap. 

Opdrachtgevers die zzp’ers inhuren voor werk dat eigenlijk niet zelfstandig wordt uitgevoerd, kunnen daarvoor een boete krijgen en naheffingen van niet afgedragen premies. “De opdrachtgever krijgt geen vergrijpboete als die kan aantonen dat er in het eerste jaar (dus in 2025) stappen zijn gezet om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en te voorkomen. Wel lopen de opdrachtgever én de zzp’er het risico op naheffingen, omdat er geen loonbelasting en sociale premies zijn afgedragen”. Deze kunnen met ingang van 1 januari 2025 met terugwerkende kracht geheven worden. Bastiaan licht dit verder toe: “Stel dat je in 2025 niet aan je verplichtingen voldoet en de Belastingdienst komt daar in 2030 achter, dan kunnen ze met een terugwerkende kracht van maximaal 5 jaar alsnog naheffing vorderen”. 

Hoe kun je schijnzelfstandigheid voorkomen?

“Schijnzelfstandigheid kun je voorkomen door het bestaan van een arbeidsovereenkomst (volgens artikel 7:610 BW) uit te sluiten. Immers, als er sprake is van een arbeidsovereenkomst dan is er ook sprake van werknemerschap (en dus geen ondernemerschap)”, vat Bastiaan kort samen. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst als er aan de volgende 3 elementen wordt voldaan: 

  1. Arbeid 
  2. Loon 
  3. Gezag 

Het element ‘gezag’ weegt het zwaarst. Wanneer er precies sprake is van gezag hangt af van de omstandigheden. In fiscale en rechterlijke stukken zijn criteria opgesteld voor wanneer er sprake is van gezag. Deze criteria worden mogelijk samengevat in nieuwe wetgeving, namelijk de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (‘WVBAR’). Daarbij wordt gekeken naar alle criteria tezamen, waarbij niet één criteria de doorslag geeft.

Welke stappen kun je als zzp’er of opdrachtgever in de culturele en creatieve sector vandaag nog zetten om schijnzelfstandigheid te voorkomen?

Uiteraard is het voorkomen van schijnzelfstandigheid makkelijker gezegd dan gedaan. Gelukkig is er veel leesmateriaal en zijn er meerdere praktische tools en regelingen die zzp’ers en opdrachtgevers vandaag nog kunnen raadplegen. 

1. Laat je informeren 

Om schijnzelfstandigheid te kunnen voorkomen, is het belangrijk om je goed in te lezen of te laten voorlichten. Weet jij bijvoorbeeld wanneer er precies sprake is van ondernemerschap en wanneer van werknemerschap? En weet jij of het uitsluiten van een gezagsverhouding in de opdrachtovereenkomst voldoende is om schijnzelfstandigheid te voorkomen? 

E-book ‘Samenwerken met zzp’ers doe je zo’

In het gratis E-book ‘Samenwerken met zzp’ers doe je zo’ nemen Bastiaan van Rossum (jurist en oprichter van MeesterRecht.nl) en Sjanne Marie van den Groenendaal (zzp-expert en oprichter van de Gouden Schil) je mee in de wereld van schijnzelfstandigheid en goed opdrachtgeverschap. Deze complexe onderwerpen worden in makkelijke en toegankelijke taal uitgelegd. Het E-book is ook geschikt voor zzp’ers. Want: ook zzp’ers hebben belang bij het voorkomen van schijnzelfstandigheid, zodat ze als zzp’er kunnen blijven werken. 

2. Laat je adviseren  

ZZP-Adviescheck: financiële bijdrage voor zzp’ers

Ben jij een zzp’er en heb je je ingelezen over schijnzelfstandigheid? Maar heb je nog steeds een heleboel vragen? Of wil je weten of jouw zzp-opdracht eigenlijk een loondienstverband zou moeten zijn? De regeling ZZP-Adviescheck van het programma Oog voor Impuls biedt zzp’ers in de culturele en creatieve sector de mogelijkheid om met een expert in gesprek te gaan over arbeidsverhoudingen. 75% van de kosten van een adviesgesprek of -traject wordt vergoed, met een maximum van € 1200,-.  

Zekere Zaak Advies: financiële bijdrage voor opdracht- en werkgevers

Ben jij een opdrachtgever of werkgever? Werk je veel met zzp’ers en wil je weten welke invloed de handhaving op schijnzelfstandigheid heeft op jouw organisatie? Of wil je graag meer weten over het in vaste dienst nemen van een zzp’er en wat jouw opties zijn? De regeling Zekere Zaak Advies van het programma Oog voor Impuls biedt opdrachtgevers en werkgevers in de culturele en creatieve sector de mogelijkheid om een adviesvoucher aan te vragen. Met deze voucher wordt 75% van de kosten van een adviesgesprek of -traject met een expert vergoed, tot € 1.500, -.  

Voor beide regelingen werkt Oog voor Impuls samen met Bastiaan van Rossum. Maar je kunt ook zelf een adviseur kiezen. 

3. Ga aan de slag met goed opdrachtgeverschap

Goed opdrachtgeverschap ligt ten grondslag aan het voorkomen van schijnzelfstandigheid. Heb je als opdrachtgever behoefte om concreet aan de slag te gaan met goed opdrachtgeverschap? Misschien is de onderstaande toolkit dan iets voor jou.

Toolkit ‘Goed Opdrachtgeverschap: nu & in de toekomst’

Sjanne Marie van den Groenendaal en Bastiaan van Rossum hebben een toolkit ontwikkeld, speciaal voor opdrachtgevers en intermediairs. De toolkit ‘Goed Opdrachtgeverschap: nu & in de toekomst’ biedt praktische handvatten om je voor te bereiden op 1 januari 2025 en daarna. Denk aan: begrijpelijke (korte) blogs, video’s met uitleg, infographics en checklists in makkelijke en toegankelijke taal. Ook is er de mogelijkheid om met experts in gesprek te gaan. De toolkit wordt continue geüpdatet naar de laatste ontwikkelingen.